Voorwoord

Ondanks de vooruitgang in het wetenschappelijk onderzoek en de reguliere geneeskunde, blijkt de mens generatie na generatie niet gezonder te worden, integendeel.

Steeds meer en meer mensen gaan gebukt onder chronische ziekten, en acute ziekten die zo goed als uitgeroeid waren, treden opnieuw vaker op de voorgrond. Door het resistent worden van bacteriën tegen de gangbare antibiotica kunnen kleine medische ingrepen plots een gevaarlijke wending nemen, en door de overconsumptie van technisch hoogstaande maar dure onderzoek- en behandelmethoden is de moderne geneeskunde onbetaalbaar geworden.
Als reactie op deze ontwikkelingen zijn de laatste dertig jaar de ‘alternatieve geneeswijzen' hun plaats in de gezondheidszorg gaan opeisen. Bij vele alternatieve methoden (de natuurgeneeswijze, de homeopathie, de Bachbloesemtherapie, enz.) staat niet langer de ziekte centraal, maar wel de (zieke) mens. Door deze menselijke aanpak, met veel aandacht voor de levenswijze, de emotionele conflicten en zorgen van de patiënt, worden vele mensen op zoek naar hulp aangetrokken tot deze ‘holistische methoden'.

Al snel ontdekte men dat de term ‘alternatieve geneeswijzen' verkeerd gekozen was. Er is bij gevaarlijke acute ziekten en ongevallen geen alternatief voor de reguliere geneeskunde met zijn hoogtechnologische onderzoeksmethoden en heelkundige ingrepen. De alternatieve methoden bleken eerder een goede aanvulling te zijn, naast de medische behandeling, bij chronische ziekten. Ook vervullen ze een rol op het gebied van de preventie. Tegenwoordig spreekt men dan ook niet meer van ‘alternatieve methoden' maar van ‘complementaire methoden'.
De reguliere en complementaire hulpverleners hebben elk hun eigen visie. Die visies lijken in strijd met elkaar te zijn. Ze zijn het echter niet. Men kijkt gewoon naar dezelfde realiteit vanuit een andere invalshoek. Het is niet zo dat de ene methode beter of slechter is dan de andere. Of de patiënt nu beter beroep doet op een regulier of op een complementair werkend hulpverlener, of op beide, hangt gewoon af van het probleem dat zich stelt.
Bepaalde problemen moeten met reguliere methoden worden aangepakt (klinische fase), terwijl andere problemen beter kunnen aangepakt worden met de complementaire methoden (preklinische fase). Wie zonder vooroordelen met een open geest luistert naar de argumenten, zal ontdekken dat zowel de reguliere als de complementaire methoden nodig zijn in een moderne gezondheidszorg. Hopelijk kan De Levensschool zijn bijdrage leveren bij het totstandkomen van een ‘integrale gezondheidszorg', waar reguliere en complementaire hulpverleners samenwerken om de gezondheid van de mens te bevorderen.

Enkel wanneer men goed geïnformeerd is (zowel patiënt, hulpverlener als arts) kan men op het juiste moment de juiste keuze maken uit het enorme aanbod van reguliere of complementaire behandelmethoden. Een goed geïnformeerde patiënt is ook in staat om bekwame hulpverleners te onderscheiden van ‘kwakzalvers', die men overigens zowel in het complementaire als in het reguliere veld aantreft. Ook hier wil De Levensschool, via educatie, een ondersteunende rol spelen.

Een belangrijke taak binnen de gezondheidszorg is weggelegd op het domein van de preventie. Voorkomen (van ziekte) is nog altijd beter dan genezen. Hierbij speelt de patiënt zelf de belangrijkste rol. Educatie van patiënten zou wel eens een groter effect op de volksgezondheid kunnen hebben dan educatie van artsen of andere hulpverleners. Leren welk voedsel gezond of ongezond is in een bepaalde situatie; leren zich ontspannen ondanks een druk werkschema; op een gezonde manier leren omgaan met tegenslagen of conflicten; enz. zou veel leed kunnen voorkomen.

Preventie behelst alle aspecten van het leven, van zuiver fysieke zaken zoals zich gezond voeden, over emotionele en mentale kwesties, tot spirituele zaken, zoals het leven vanuit een gezonde levensfilosofie en zingeving. Gezondheid vereist dus bewust omgaan met het leven in zijn totaliteit, vandaar de naam Levensschool.

Er zijn in België voldoende scholen en universiteiten die kwalitatieve opleidingen aanbieden op het gebied van de reguliere geneesmethoden. Op het gebied van de complementaire gezondheidszorg worden er vele cursussen aangeboden, maar er zijn slechts enkele goed uitgebouwde scholen, die zich echter meestal beperken tot een deelaspect van de complementaire visie. Zo zijn er scholen die zich beperken tot één therapie, bijvoorbeeld de homeopathie, of één systeem, bijvoorbeeld alles in verband met de natuurgeneeswijzen. Weer andere scholen houden zich uitsluitend bezig met spiritualiteit en zingeving.

In De Levensschool willen we een programma aanbieden waarbinnen al de aspecten van het mens-zijn aan bod komen (het fysieke, emotionele, mentale en het spirituele niveau). Een gezondheidszorg gebaseerd op een gezonde, natuurlijke levenswijze, want de mens komt voort uit de natuur en is voor zijn bestaan sterk afhankelijk van die natuur. Speciale aandacht zal uitgaan naar zingeving en spiritualiteit. Het spirituele niveau is een uniek kenmerk van de menselijke soort. Een dier stelt zich geen vragen rond de zin van zijn bestaan. Thorwald Dethlefsen omschrijft dit treffend in zijn boek ‘Esoterische psychologie' (pg 149): “Zo is het heel goed denkbaar zich door een gezonde, natuurlijke levenswijze tot een gezond dier te ontwikkelen. De weg van de mens is echter een andere, … .” De weg van de mens is een weg naar bewustwording. Mensen op zoek naar diepgang en spiritualiteit zullen zich dus zeker ook thuis voelen op De Levensschool.

Het is de wens van de stichters van De Levensschool te helpen bij het zoeken naar gezondheid en geluk voor iedereen, via goede educatie van gezonden, zieken en hulpverleners, kortom van eenieder die geïnteresseerd is in de aangeboden materie.

© Copyright 2024 De Levensschool - Alle rechten voorbehouden - Website door RSJ Media